Door een opeenstapeling van factoren ziet de bouwsector zich wereldwijd al enige tijd geconfronteerd met grote prijsstijgingen. Het tij lijkt daarin helaas ook nog niet te keren. De sector staat onder spanning en regelmatig raken partijen met elkaar in geschil over de vraag voor wiens rekening die prijsstijgingen moeten komen.
In zijn blog van 10 november jl. heeft Sander van den Elsen met een voorbeeld uit de rechtspraak toegelicht dat, om prijsstijgingen aan de opdrachtgever te kunnen doorbelasten, zorgvuldig contracteren vereist is. Ook uit de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 8 september 2022 blijkt dat weer. Tevens wordt daarin ingegaan op of het toegestaan is om in verband met prijsstijgingen leveringen op te schorten. Ik ga hier in deze blog verder op in.
In deze laatste kwestie ging het om een leverancier van betonmortel die zich geconfronteerd zag met een forse verhoging van haar productiekosten. De leverancier berekende in dat verband een prijsverhoging door aan de afnemer. Die afnemer weigerde de prijsverhoging te betalen, waarop de leverancier de leveringen van betonmortel opschortte. De afnemer heeft zich daarom tot de rechtbank gewend om in kort geding te vorderen dat de leverancier de leveringen ongestoord moest voortzetten.
De afnemer heeft daarin ook gelijk gekregen. En ook in deze kwestie bleek weer hoe belangrijk het is om duidelijke afspraken te maken over het kunnen doorberekenen van prijsstijgingen.
Partijen hadden een overeenkomst gesloten waarin stond dat de prijzen vast zouden zijn voor de duur van het werk. Datzelfde stond in de algemene voorwaarden van de afnemer. De leverancier is daarmee akkoord gegaan, voor zover haar eigen voorwaarden daarmee niet in strijd zijn. En in haar eigen voorwaarden stond juist dat prijsstijgingen kunnen worden doorberekend.
Op basis hiervan vond de leverancier prijsstijgingen door haar aan de afnemer konden worden doorberekend. De leverancier kon alleen niet aantonen dat de afnemer had ingestemd met het prevaleren van de voorwaarden van de leverancier. De afnemer had namelijk juist aan de leverancier geschreven dat in geval van strijd tussen de verschillende voorwaarden naar haar mening zou worden teruggevallen op Nederlands recht.
Dit leidde er uiteindelijk toe dat prijsstijgingen door de leverancier niet aan de afnemer konden worden doorberekend. De leverancier mocht daarom ook haar leveringen niet opschorten. Het kan dus lonen om goed te bezien of een doorbelaste prijsverhoging juridisch terecht is. Dit voorbeeld laat zien dat dat lang niet altijd het geval is.
Mocht je vragen hebben over het als leverancier kunnen doorbelasten van prijsstijgingen, of zie je je als afnemer juist met een prijsstijging geconfronteerd? Wij helpen je graag verder!
Mr. M.A.J. (Marjolein) van Hulten, advocaat LGL legal