Aansprakelijkheid van aannemer voor schade verruimd?

De Hoge Raad is omgegaan: zelfs indien een aannemer zorgvuldig heeft gehandeld, kan hij aansprakelijk zijn voor de schade die is ontstaan bij bouwwerkzaamheden. De Hoge Raad heeft dit geoordeeld in zijn recente arrest. De heersende leer dat in zo’n situatie pas van onrechtmatig handelen sprake is als onvoldoende voorzorgsmaatregelen waren genomen of onzorgvuldig was gehandeld lijkt hiermee te zijn verruimd. Wat betekent dit voor jou, als aannemer?

Feiten

Een aannemer had de opdracht aangenomen om een afzinkkelder te realiseren. Tijdens de werkzaamheden is een deel van een wand gescheurd, waardoor de werkzaamheden kort waren stilgelegd. Na het nemen van maatregelen heeft de aannemer het bouwproces kunnen voortzetten. Niet veel later is de aannemer door de buurman gesommeerd om de werkzaamheden te staken in verband met scheurvorming in diens naastgelegen pand. De aannemer heeft uiteindelijk in overleg en met maatregelen de werkzaamheden voortgezet en de afzinkkelder afgebouwd. Maar omdat het naastgelegen pand was verzakt, heeft de buurman de aannemer vervolgens toch nog aansprakelijk gesteld op grond van een onrechtmatige daad en een schadevergoeding gevorderd.

Verloop procedure

De rechtbank en het hof hebben deze vorderingen afgewezen. Het hof was van oordeel dat er geen sprake was van onrechtmatige handelen, omdat de aannemer geen zorgvuldigheidsnorm had geschonden. De aannemer had de werkzaamheden volgens het hof juist zorgvuldig voorbereid en uitgevoerd, nu hij voorafgaand aan de werkzaamheden onderzoek had gedaan, een bouwveiligheidsplan en monitoringsplan had opgesteld en zich daaraan had gehouden.

Gerechtelijk oordeel van de Hoge Raad

De Hoge Raad kwam tot een ander oordeel. De Hoge Raad oordeelde dat er sprake was van een situatie waarin een aanmerkelijk risico bestond dat door de werkzaamheden van de aannemer aan het naast gelegen pand schade zou worden toegebracht, ook indien de aannemer maatregelen ter mogelijke voorkoming van de schade zou treffen en de werkzaamheden zorgvuldig zou uitvoeren. Volgens de Hoge Raad is het niet gewenst om de benadeelde (in dit geval de buurman) de schade zelf te laten dragen in gevallen waarin zo’n aanmerkelijk risico bestaat dat schade aan diens pand wordt toegebracht terwijl die werkzaamheden voor die partij geen enkel voordeel opleverden. Daarbij was voor de Hoge Raad mede van belang dat het op de weg van de aannemer lag om zich tegen aansprakelijkheid voor het toebrengen van schade aan derden te verzekeren. De Hoge Raad was van oordeel dat de betreffende werkzaamheden van de aannemer daarom wel een onrechtmatige daad kunnen opleveren die verplicht tot vergoeding van de schade die daarvan het gevolg is.

Conclusie

Met dit oordeel van de Hoge Raad lijkt sprake te zijn van een verruiming van de vereisten voor een onrechtmatige daad bij schade, waaronder in de bouw. De heersende leer dat in zo’n situatie pas van onrechtmatig handelen sprake was als onvoldoende voorzorgsmaatregelen waren genomen of onzorgvuldig was gehandeld lijkt hier plaats te maken voor een variant van risicoaansprakelijkheid. Als bij werkzaamheden een aanmerkelijk risico bestaat dat – ook bij zorgvuldig handelen – schade bij derden wordt aangericht, zou met de komst van dit arrest sprake kunnen zijn van onrechtmatig handelen.

Ben je aannemer (of vastgoedeigenaar) en heb je advies nodig? Neem gerust eens contact met ons op, wij helpen je graag verder.