Ontwikkelingen omtrent stikstof

Het afgelopen jaar is wat betreft het stikstofdossier een onrustig jaar geweest, met name voor de bouwsector. Op 22 april 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland een einde gemaakt aan de snelheidsverlaging als bronmaatregel. Meer recent is op 2 november 2022 met de Porthos-uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) een einde gekomen aan de bouwvrijstelling. In deze blog bespreek ik in vogelvlucht de belangrijkste ontwikkelingen van het afgelopen jaar.

Wettelijk kader
Als een plan of project significante gevolgen kan hebben voor Natura 2000-gebieden, dient een passende beoordeling te worden gemaakt op grond van artikelen 2.7 en 2.8 van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). Ingevolge artikel 2.8 lid 3 Wnb mag een plan of project alleen worden vastgesteld, indien uit de passende beoordeling de zekerheid is verkregen dat de natuurlijke kenmerken van de betrokken Natura 2000-gebieden niet zullen worden aangetast.

Snelheidsverlaging
Met de Spoedwet aanpak stikstof werd op 1 januari 2020 onder andere de snelheidsverlaging op de snelwegen geïntroduceerd. De maatregel zou moeten leiden tot stikstofreductie. Een deel van die stikstofreductie, kon via een stikstofregistratiesysteem aan plannen of projecten worden toebedeeld, zoals aan de bouw. De Rechtbank Noord-Holland heeft op 22 april 2022 deze vorm van extern salderen onverbindend verklaard wegens strijd met Europese regelgeving, meer in het bijzonder wegens strijd met artikel 6 lid 3 van de Habitatrichtlijn. Uit onderzoek is gebleken dat niet de zekerheid is verkregen dat de natuurlijke kenmerken van een Natura 2000-gebied niet worden aangetast door de snelheidsverlaging, terwijl dit voor een dergelijke generieke bronmaatregel wel vereist is op basis van de Europese regelgeving.

Stikstofplannen
De minister voor Natuur en Stikstof presenteerde op 10 juni 2022 de stikstofplannen, waarin onder andere de richtinggevende emissiereductiedoelstellingen voor 2030 per gebied in zijn opgenomen. De sleutel voor het oplossen van het stikstofprobleem ligt volgens de stikstofplannen bij het structureel verbeteren van de basisvoorwaarden die nodig zijn voor de natuur. Zolang nog steeds sprake is van overmatige stikstofdepositie op stikstofgevoelige natuur, zal stikstofruimte voor nieuwe activiteiten voornamelijk via maatregelen gevonden moeten worden die aan de betrokken projecten zijn verbonden.

Bouwvrijstelling
Tot 2 november 2022 konden de gevolgen voor de stikstofdepositie in de bouwfase van een project buiten beschouwing worden gelaten op basis van de bouwvrijstelling, zoals die is neergelegd in artikel 2.9a van de Wet natuurbescherming. Voor de stikstofdepositie in de gebruiksfase van een project was daarentegen wel een passende beoordeling vereist. De verenigbaarheid van de bouwvrijstelling met de Habitatrichtlijn is al vanaf de inwerkingtreding een punt van discussie geweest, maar de Afdeling heeft er inmiddels definitief een streep doorheen gezet. De Afdeling oordeelde dat de generieke voortoets waarop de bouwvrijstelling is gebaseerd, ontoereikend is en daarmee eveneens strijdig is met Europese regelgeving.

Hoe nu verder?
Door het sneuvelen van de snelheidsverlaging als bronmaatregel en de bouwvrijstelling is meer stikstofruimte benodigd afkomstig van andere mitigerende maatregelen, zoals bijvoorbeeld intern en extern salderen. Daarbij wordt in het kader van intern salderen opgemerkt dat de overheid op 25 november 2022 nieuwe maatregelen heeft aangekondigd, waaruit onder andere blijkt dat het de bedoeling is om intern salderen vergunningsplichtig te maken. Ook is de overheid voornemens om een aanbiedingsplicht ten behoeve van de overheid in te voeren en om natuurvergunningen te actualiseren zodat de latente ruimte van huidige vergunningen niet langer gebruikt kunnen worden.

Mocht je vragen hebben over de gevolgen van de ontwikkelingen omtrent stikstof voor jou of jouw bedrijf, dan helpen wij je graag verder.